
SLEEUWIJK - De officier van Justitie vond de man schuldig aan het plegen van ontucht met twee minderjarige meisjes die aan zijn zorg waren toevertrouwd. De rechter sprak de scoutingleider uit Sleeuwijk echter vrij. Niet vaststaat namelijk dat de verdachte ‘opzet heeft gehad op het plegen van seksuele handelingen’. Dit vanwege het ontbreken van ‘het ontuchtige karakter’ ervan. Aldus de Rechtbank op woensdag (5-2). Huiselijker gezegd: de aanrakingen en het ‘aanhalige’ gedrag waren niet ‘opzettelijk' en niet 'seksueel’ bedoeld.
De man (37) werd verdacht iets te intiem te zijn geweest met enkele jonge, vrouwelijke leden van Scouting Altena-groep. Hij was eerder, hangende het onderzoek, door Scouting Nederland al op de zwarte lijst geplaatst. De Sleeuwijkse Scouts hadden hem geschorst.
Vastpakken
De verdachte verklaarde voor de rechter dat hij de twee meisjes heeft 'aangeraakt door hen te omhelzen', door hen 'vast te pakken' in een sport- en spelsituatie. Dat deed hij ook tijdens het zeilen op een krappe boot. Ook vertelde hij de rechter dat hij met een meisje ‘een speciale band had’: zij voelde voor hem als ‘een maatje’.
Ongemakkelijk
Een getuige verklaarde dat de verdachte tijdens opkomsten continu in de buurt was van de meisjes en dat de man zijn hand (voor langere tijd) op hun been legde en hen knuffelde. De getuige verklaarde verder dat hij zag dat de meisjes hier 'ongemakkelijk' van werden. De rechtbank oordeelde dat de getuigenverklaring voldoende steun gaf aan de verklaringen van de meisjes voor wat betreft de handelingen die zijn verricht bij de opkomsten van de scouting.
De rechtbank kon zich voorstellen dat de verdachte bij dit alles een grens overging bij de twee meiden. De rechter stelde: ‘Hij is aanhalig naar hen geweest. In combinatie met het overwicht dat hij op hen had, vanwege het leeftijdsverschil en omdat hij hun scoutingleider was, is goed voor te stellen dat dit de twee meisjes op een gegeven moment een ongemakkelijk en mogelijk zelfs angstig gevoel heeft gegeven.’
Niet de bedoeling
De rechtbank was daarmee overtuigd dat de aanrakingen van verdachte niet seksueel van aard waren en dat verdachte niet daadwerkelijk de bedoeling heeft gehad om ontuchtige handelingen te plegen. Daarbij weegt de rechtbank mee dat een medestaflid de handelingen wel heeft gezien, maar het op dat moment niet nodig vond hierop te acteren.
De rechtbank achtte daarom niet wettig en overtuigend bewezen dat de voormalige scoutingleider de ten laste gelegde feiten heeft begaan en sprak hem daarvan vrij.
Tekst en/of beeldmateriaal gebruiken van Mediaplein Altena.Net? Neem even contact op.