'Schaalvergroting jeugdzorg gaat ten koste van hulp aan kinderen en gezinnen'

REGIO/WERKENDAM - De voorgestelde schaalvergroting van organisaties in de jeugdzorg gaat ten koste van gespecialiseerde hulp aan kwetsbare kinderen en gezinnen. Dat betogen negen middelgrote praktijken in de regio. Zij vragen de gemeenteraden om in te grijpen nu het nog kan. “Staar je niet blind op de vorm, maar kies voor de inhoud”, aldus José Willemsen van Praktijk De Burcht in Werkendam.

De gemeenten in de regio West-Brabant Oost, zijnde Altena, Breda, Drimmelen, Geertruidenberg en Oosterhout, stelden een plan op om in de jeugdzorg het roer om te gooien. Ze schreven een aanbesteding uit en willen na 1 januari 2023 enkel nog werken met een aantal grote 'strategische partners'. De voorgestelde aanbestedingsregels en de snelheid waarmee het proces wordt doorgevoerd, baren de middelgrote, gespecialiseerde praktijken in de regio grote zorgen. Zij vrezen voor hun zelfstandig voortbestaan.

Getouwtrek
De aanbieders helpen gezamenlijk zo’n 10% van jeugdzorgcliënten in de regio, veelal kinderen met trauma’s en ernstige gedragsproblemen. “Juist door de kleinschaligheid van onze praktijken, staan wij ontzettend dicht bij de kinderen en werken gespecialiseerde zorgprofessionals graag bij ons. Bij ons geen managementlagen of andere bestuurlijke fratsen”, aldus José Willemsen.
Om mee te kunnen blijven doen, moeten de gespecialiseerde praktijken nog dit jaar opgaan in een groot partnerschap. “Wij vrezen opgeslokt te worden door vergaderingen, gesprekken met juristen en getouwtrek over contracten en budgetten, terwijl wij kinderen willen helpen zoals we dat nu ook iedere dag doen!”, zo schrijven negen organisaties in een brandbrief aan diverse gemeenteraden, waaronder die van Altena.

Niet voortzetten
In plaats van op te gaan in grote, logge organisaties, stellen de praktijken aan de gemeenteraden voor om onderling meer te gaan samenwerken zodat ze hun meerwaarde kunnen behouden. Dit wordt echter door de nu voorgestelde aanbestedingsregels onmogelijk gemaakt.
De praktijken vragen aan de gemeenteraden om hun voorstel te beoordelen. Ze vrezen anders na 1 januari hun praktijk niet meer op een verantwoorde manier voort te kunnen zetten.