Biesbosch-gemeenten willen meer flexibiliteit bij opvang 874 vluchtelingen

REGIO - De Brabantse Biesbosch-gemeenten – Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Moerdijk, Werkendam en Woudrichem –  vragen om meer flexibele mogelijkheden voor de aard en opvang van asielzoekers en vergunninghouders. De ‘eigenschaligheid’ van opvang is volgens hen cruciaal in het realiseren van de opgave die er ligt voor de opvang in heel het land. De Biesbosch-gemeenten werken sinds deze week samen aan oplossingen voor de opvang van 551 vluchtelingen en 323 vergunninghouders. Die opdracht vloeit voort uit het Brabant-pact dat Commissaris van de Koning Wim van de Donk vorige week presenteerde.

Deze week zijn de Biesbosch-gemeenten tweemaal om de tafel gegaan om te werken aan oplossingen. De urgentie is groot en de gemeenten zijn aan de slag gegaan. Iedere gemeente gaat allereerst actief op zoek naar de mogelijkheden die men afzonderlijk  ziet om gezamenlijk de opgave voor de Biesbosch in te vullen. 

Eigenschaligheid
In het Brabant-pact wordt gesproken over ‘eigenschaligheid.’ Dat betekent in de beleving van de Biesbosch-gemeenten betekent dat ook de flexibiliteit moet worden geboden om opvang van vluchtelingen en vergunninghouders te bieden die in aard en omvang past bij de individuele gemeenten. De zes gemeenten onderschrijven voor een belangrijk deel daarmee het pleidooi zoals ook door burgemeester Buijs van Boxtel geschetst in de Volkskrant  van vandaag (8 april): “Iedere gemeente moet naar rato van inwonertal zijn verantwoordelijkheid nemen. Dat doen wij ook. Wij zeggen alleen: laat de invulling vrij.”

Gesprek
Het COA heeft niet het mandaat om de eisen aan omvang van de opvang te laten varen, zolang de financiële ruimte er niet is. De Biesbosch-gemeenten willen dit daarom onderwerp van gesprek maken met de Commissaris van de Koning en Staatssecretaris Dijkhoff tijdens zijn bezoek op 8 april. Burgemeester Yves Boer van Werkendam is coördinerend burgemeester namens de zes Biesbosch-gemeenten: “Het absorptievermogen in de kleinere gemeenten met vaak veel kleine woonkernen, is anders dan in stedelijk gebied. Ook fysiek vraagt opvang meer van plattelandsgemeenten waar weinig leegstaand vastgoed van enige omvang is. En daarmee vraagt het om meer tijd. De Biesbosch-gemeenten zien kansen als er meer flexibiliteit wordt geboden op dat gebied. De ‘eigenschaligheid’ uit het Brabant pact, die wij noodzakelijk vinden voor het welslagen van het plan, lijkt haaks te staan op de regels en voorwaarden van het COA, die voortvloeien uit het beleid van de Staatssecretaris. Daar willen we als Biesbosch vandaag met hem over van gedachten wisselen. ” 

De Biesbosch-gemeenten zijn het er over eens dat het mogelijk maken van kleinschalige opvang het zoeken van een oplossing voor het opvangvraagstuk sterk vereenvoudigt. Daarnaast zien zij een grote kans in het ontlasten van de huidige AZC’s door het zo snel mogelijk huisvesten van vergunninghouders conform de wettelijke taakstelling en het huisvesten van extra vergunninghouders bovenop de wettelijke taakstelling, al dan niet in de vorm van tijdelijke opvanglocaties of semi-permanente bouw. Het probleem hierbij echter is dat de forse kosten die gepaard gaan met de opvang van extra vergunninghouders niet volledig worden vergoed.
Yves de Boer: “De staatssecretaris roept ons er ook toe op om zo snel mogelijk werk te maken van de huisvesting van vergunninghouders. Als Biesbosch gemeenten zien we ook op dat gebied kansen,  maar we zien ook de financiële consequenties voor de gemeenten voor deze huisvesting. Als  daarover gesproken kan worden, kan er naast de opvang van vluchtelingen op nieuwe locaties ook een betere doorstroming van vergunninghouders vanuit de bestaande AZC’s naar reguliere woonruimte op gang komen.“

Vervolg
Na het gesprek op vrijdag 8 april tussen de elf coördinerende burgemeesters, de Commissaris van de Koning en de Staatssecretaris gaan de Biesbosch-gemeenten verder met de uitwerking van een concreet plan. De zes gemeenten vormen daarvoor een ambtelijke werkgroep die een plan van aanpak hiervoor gaat maken. Het streven is om dit plan uiterlijk 15 mei gereed te hebben.