College Aalburg wast Ideaalburg de oren

AALBURG - Ideaalburg stelde eerder deze week kritische, schriftelijke vragen aan het college van B en W over het functioneren van wethouder Van Loon, alsof deze niet integer zou zijn. Ideaalburg riep de burgemeester van Aalburg op het matje en vroeg zich af of waarom Naterop 'afspraken had gemaakt met het presidium' inzake de kwestie van een 'mogelijke belangensverstrengeling' van Van Loon.  Het college meent dat Ideaalburg er beter aan zou doen integriteitstwijfels eerst met de fractievoorzitters bespreken, alvorens de zaak in de openbaarheid te brengen.

"Nu door de fractie van Ideaalburg (aanvullende) openbare vragen zijn gesteld over een kwestie die uit onderzoek zeker niet in het geding is, wordt een bepaalde richting aan de handelwijze van wethouder Van Loon gegeven, waarmee ten onrechte schade aan de persoon en zijn functie wordt gegeven, terwijl die voorkomen had kunnen worden als hier op een andere manier mee was omgegaan."

Het college van B en W reageerde afgelopen dinsdag op de inbreng van Ideaalburg. De partij werd de oren gewassen. 'Als college betreuren wij het dat in situaties, waar de integriteit van bestuurders ter discussie wordt gesteld en waar nog sprake is van “schijn”, dit in een openbare bijeenkomst aan de orde wordt gesteld. De vragen die door u, overigens uiterst zorgvuldig, zijn geformuleerd hebben met het stellen ervan al de nodige schade aan de wethouder toegebracht terwijl u heeft aangegeven juist geen schade te willen berokkenen indien mocht blijken dat er geen sprake zou zijn van belangenverstrengeling. Om dit te voorkomen is het aan te bevelen en zelfs raadzaam om in het presidium hierover, in beslotenheid, in eerste instantie de kwestie aan de orde te stellen. Mocht blijken dat er inderdaad sprake is of concrete vermoedens bestaan van (schijn van) belangenverstrengeling, is het gebruikelijk dat dit in het openbaar wordt uitgesproken en hiervoor een onafhankelijk onderzoek wordt ingesteld.'

Antwoord
Het college geeft vervolgens uitvoerig antwoord op de door Ideaalburg gestelde vragen.
'Ten aanzien van de door u gestelde aanvullende vragen het volgende: Tijdens de raadsvergadering van 17 november 2015 werden, alvorens tot benoeming van wethouder Van Loon kon worden overgegaan, op grond van artikel 10 juncto 36A en 36B van de Gemeentewet, de zogenaamde geloofsbrieven onderzocht. Hierbij werd geconstateerd dat wethouder Van Loon aan de vereisten voor het wethouderschap voldoet en er geen functies door hem werden vervuld die onverenigbaar waren met de uitoefening van het wethouderschap (incompatibiliteiten). Op basis van de uitkomsten van het onderzoek van de geloofsbrieven werd tot benoeming tot wethouder overgegaan. De (neven)functies van onder andere wethouder Van Loon zijn overeenkomstig de gedragcode dan ook op de website van de gemeente geplaatst die openbaar en voor iedereen toegankelijk is.

In een collegevergadering heeft wethouder Van Loon gemeld dat zijn werkgever een opdracht heeft ontvangen van de Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena (SOOLvA) maar dat hij hier geen bemoeienis mee heeft gehad, de opdracht niet heeft uitgevoerd en er niet bij betrokken is geweest. In het college is deze mededeling voor kennisgeving aangenomen en dit heeft geen enkele reden gegeven om aan te nemen dat hier de integriteit van wethouder Van Loon in het geding zou zijn, dan wel sprake van een schijn van belangenverstrengeling. Er was naar het idee van het college geen enkele reden aanwezig om hierover een melding aan de gemeenteraad te maken.
Zoals te doen gebruikelijk weegt het college bij vele voorstellen of er sprake zou (kunnen) zijn van belangenverstrengeling dan wel dat de integriteitnorm overschreden wordt. Als blijkt dat dit niet het geval is, wordt daar ook geen melding van gemaakt en kan het voorstel in de besluitvormingsprocedure worden gezet. Zo ook dus met de melding van wethouder Van Loon.
Tijdens de opiniërende vergadering werden door zowel wethouder Schreuders als ook wethouder van Loon de vragen van Ideaalburg naar tevredenheid beantwoord. Uit de laatste opmerking van de heer Goedel hierover: “...de vragen zijn zeker beantwoord maar alleen blijf ik met het puntje zitten van de heer Van Loon en denk dat wij in een later stadium met een andere insteek hierop moeten terugkomen...” bleek dat er bij de heer Goedel een bepaalde onvrede bleef bestaan die voor de burgemeester voldoende aanleiding gaf om zelfstandig onderzoek te doen naar de ware toedracht van het gestelde.
De integriteitkwestie van bestuurders wordt mede op verzoek van de provincie (Lees: Commissaris van de Koning) zeer hoog opgenomen en moet met de nodige zorgvuldigheid bezien worden en bij eventuele twijfels daarover moet dat ook zeker niet blijven doorsudderen. Mede reden waarom de burgemeester, een objectief onderzoek heeft ingesteld. Dat wordt ook gerekend tot zijn verantwoordelijkheid als onafhankelijk en niet politiek benoemde bestuurder.
Als voorzitter van de gemeenteraad en het college heeft hij dus als verantwoordelijk portefeuillehouder over dit onderwerp het initiatief daartoe genomen. Het voornemen tot het doen van dit onderzoek heeft hij ook direct gemeld bij de fractievoorzitter van Ideaalburg.
Uit het onderzoek van de burgemeester, waarvoor hij informatie heeft ingewonnen bij de gemeentesecretaris, de griffier en de werkgever van wethouder Van Loon, is gebleken dat er geen enkele sprake was van enige (schijn van) belangenverstrengeling en dat de integriteit van wethouder Van Loon niet ter discussie staat. De resultaten van zijn onderzoek heeft hij inmiddels gedeeld met het presidium op 22 maart jongstleden.
Nu door de fractie van Ideaalburg (aanvullende) openbare vragen zijn gesteld over een kwestie die uit onderzoek zeker niet in het geding is, wordt een bepaalde richting aan de handelwijze van wethouder Van Loon gegeven waarmee ten onrechte schade aan de persoon en zijn functie wordt gegeven, terwijl die voorkomen had kunnen worden als hier op een andere manier mee was omgegaan.'